Santo Antão, Joyau du Cap-Vert, Mars 2025
Santo Antão est une île qui surprend dès l’instant où l’on quitte les brumes sèches de Mindelo pour y poser le pied. Dominée par un massif volcanique culminant à près de 2000 mètres, elle offre un contraste saisissant entre aridité et exubérance. Son flanc nord, abreuvé par les nuages que retiennent les montagnes, est un paradis de verdure. Les cultures en terrasse, les bananiers, les champs de canne à sucre et les forêts d’eucalyptus s’accrochent aux pentes escarpées comme suspendues dans les airs. Les vallées profondes sculptent le paysage de façon dramatique, évoquant des décors de films fantastiques. On y ressent une harmonie rare entre l’homme et la nature, où les habitants, chaleureux et souriants, cultivent encore la terre à la main. Chaque virage de la route dévoile un tableau plus beau que le précédent. Fontainhas, avec ses maisons colorées accrochées à la montagne, semble tout droit sortie d’un rêve. À Santo Antão, le Cap-Vert dévoile une autre âme, plus secrète, plus authentique, celle d’un peuple fier et généreux, vivant en harmonie avec une nature grandiose.
Santo Antão, een betoverend juweel van Kaapverdië, Maart 2025
Santo Antão verrast je meteen zodra je de droge nevels van Mindelo achter je laat en voet aan wal zet. Het eiland wordt gedomineerd door een vulkanisch massief dat tot bijna 2000 meter reikt en zorgt voor een verbazingwekkend contrast tussen dorheid en overvloed. De noordflank, die vocht vangt uit de wolken die door de bergen worden tegengehouden, is een groene oase. Bananenplantages, suikerrietvelden, eucalyptusbossen en terrasvormige landbouw sieren de steile hellingen alsof ze zweven tussen hemel en aarde.
Diepe valleien snijden het landschap in dramatische vormen, alsof je je in een fantasiefilm bevindt. Hier heerst een zeldzame harmonie tussen mens en natuur: de bewoners zijn warm, gastvrij en leven nog steeds grotendeels van wat de aarde hen schenkt. Bij elke bocht ontvouwt zich een nieuw schilderachtig tafereel. Fontainhas, met zijn kleurrijke huisjes die zich vastklampen aan de bergflank, lijkt zo uit een droom te komen.
Op Santo Antão toont Kaapverdië een andere ziel – een meer ingetogen, authentieke ziel. Een eiland waar fierheid, eenvoud en grootse natuur hand in hand gaan, en waar je het ware Kaapverdië nog mag ervaren.





Il y a, au Cap-Vert, des routes qui racontent le temps.
Des chemins de petits pavés, taillés à la main, pierre après pierre, dans la patience des hommes et sous le soleil brûlant des îles. Posés un à un, avec une précision presque artisanale, ces pavés dessinent des rubans de pierre noire ou grise qui serpentent entre les montagnes, grimpent les collines et épousent les reliefs escarpés du pays.
Chaque mètre est une œuvre de sueur et de volonté.
Certaines de ces routes ont mis vingt ans à voir le jour, construites lentement, sans machine, juste avec des mains calleuses et une infinie détermination. Ce sont des routes qui ne mènent pas seulement quelque part : elles racontent une histoire. Celle d’un peuple qui avance pierre par pierre, et qui inscrit son identité jusque dans les chemins qu’il trace.
Typiques. Inimitables. Profondément capverdiennes.
Op Kaapverdië zijn er wegen die de tijd vertellen.
Straatjes geplaveid met kleine steentjes, stuk voor stuk met de hand gekapt, onder de brandende zon van de eilanden. Eén voor één zorgvuldig gelegd, met het vakmanschap van mensen die geduld en doorzettingsvermogen belichamen. Ze vormen slingerende linten van donkere of grijze steen, die de heuvels beklimmen en zich schikken naar het ruige landschap.
Elke meter is een werk van zweet en wilskracht.
Sommige van deze wegen deden er twintig jaar over om voltooid te worden – steen na steen, zonder machines, enkel met eeltige handen en een eindeloze vastberadenheid. Het zijn wegen die niet enkel ergens naartoe leiden, maar ook iets vertellen. Het verhaal van een volk dat steen voor steen zijn identiteit bouwt, tot in de wegen die het zelf tekent.
Typisch. Onnavolgbaar. Diep en oprecht Kaapverdisch.

Santo Antão, au nord de l’archipel du Cap-Vert, est peut-être l’une des seules îles véritablement verdoyantes. Son relief spectaculaire est dominé par un ancien cratère volcanique culminant à 1979 mètres, qui déverse ses pluies généreuses sur le flanc nord, rendant de vastes zones incroyablement fertiles. Nous avons quitté Mindelo en empruntant une navette maritime très abordable pour rejoindre cette île prometteuse.
Nous avions réservé un petit hôtel B&B dans le nord de l’île, pour prendre le temps de découvrir les merveilles qu’elle recèle. Certains paysages nous ont littéralement coupé le souffle : les montagnes semblaient avoir surgi des entrailles de la Terre quelques instants auparavant, tant elles étaient abruptes et grandioses. Le contraste avec Mindelo est frappant. Là-bas, le tourisme a laissé des traces douloureuses dans le tissu social. En 1981, j’avais surnommé le Cap-Vert « l’archipel du sourire » tant l’accueil y était spontané et chaleureux. Hélas, ce sourire s’est estompé à Mindelo… mais nous en avons retrouvé des éclats sincères à Santo Antão.
À notre arrivée, nous avons partagé un taxi collectif pour rejoindre le nord de l’île : une heure de trajet pour 2 euros par personne ! Charmés par l’ambiance, nous avons réservé ce même taxi pour deux journées entières afin que son chauffeur, Roseindo, nous fasse visiter « son île ». Et quelle visite ! Roseindo, d’un enthousiasme contagieux, s’arrêtait à chaque point de vue pour que nous puissions prendre des photos, déclenchant nos fous rires tant il semblait lui-même émerveillé par ce qu’il nous montrait.
L’un des moments forts fut notre découverte de Fontainhas, un village suspendu à flanc de montagne, aux maisons colorées comme une palette de peintre. Un lieu magique, hors du temps… que vous pourrez découvrir à travers nos photos et vidéos, ci-dessous.
Santo Antão, in het noorden van de Kaapverdische archipel, is misschien wel een van de weinige echt groene eilanden. Het indrukwekkende landschap wordt gedomineerd door een oude vulkaankrater die tot 1979 meter reikt en overvloedige regenval brengt op de noordflank van het eiland. Daar maken vruchtbare valleien plaats voor weelderige landbouwterrassen, bananenbomen en suikerrietvelden.
We vertrokken vanuit Mindelo met een goedkope ferry en boekten een charmant B&B in het noorden van het eiland, zodat we voldoende tijd hadden om de mooiste plekken te ontdekken. Sommige landschappen waren ronduit adembenemend – de bergen leken net uit de diepten van de aarde te zijn opgedoken, zo ruig en dramatisch waren ze.
De sfeer op Santo Antão contrasteert sterk met die van Mindelo, waar het toerisme helaas zijn tol heeft geëist. In 1981 noemde ik Kaapverdië nog “de archipel van de glimlach”, omdat de mensen je toen alles wat ze hadden met plezier aanboden. Die glimlach is in Mindelo grotendeels verdwenen... maar we vonden hem terug, puur en oprecht, op Santo Antão.
Bij aankomst namen we een gedeelde taxi naar het noorden – slechts 2 euro per persoon voor een rit van een uur! We huurden dezelfde taxi en zijn chauffeur, Roseindo, voor twee dagen om ons het eiland te laten zien. En wat een gids! Vol enthousiasme stopte hij overal zodat we foto's konden nemen – zijn aanstekelijke goed humeur bracht ons vaak aan het lachen.
Een van de hoogtepunten was ons bezoek aan Fontainhas, een kleurrijk dorpje dat aan een steile bergflank lijkt vastgekleefd. Het is alsof je in een schilderij stapt. Bekijk zeker onze foto's en video's, hier onderaan – ze spreken voor zich.






Notre Chauffeur: ROSEINDO
Onze chauffeur: ROSEINDO

